Kan een werknemer op staande voet worden ontslagen vanwege het weigeren de uitslag van een drugtest te delen met de werkgever?
In deze kwestie betrof het een werknemer die werkzaam was als Second Operator. Binnen het bedrijf wordt er gewerkt met gevaarlijke stoffen en gelden er hoge veiligheidseisen. In zijn functie als Second Operator wordt er van werknemer verwacht dat hij te allen tijde alert is en is het absoluut verboden om drugs tijdens werktijd te bezitten en/of te gebruiken. Een en ander is vormgegeven in een anti-drugsbeleid van de werkgever.
Dit anti-drugsbeleid heeft een legitiem doel, namelijk het garanderen van de veiligheid op en rondom de werkvloer. Eveneens vindt de kantonrechter dat het ondergaan van een drugstest een gerechtvaardigde inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer en recht van onaantastbaarheid van het lichaam van de werknemer. Een reëel vermoeden van drugsgebruik om een drugstest af te nemen, hoeft er volgens de kantonrechter niet te zijn. Op grond van het anti-drugsbeleid mag dit ook steekproefsgewijs worden afgenomen. In casu heeft de werknemer echter erkend met enige regelmaat drugs te gebruiken. Dit was dan ook de reden voor de werkgever om de werknemer een drugstest te laten afnemen.
Voorstaande maakt dat de werkgever in redelijk een drugstest bij de werknemer kon laten afnemen. Echter is het weigeren van het delen van de uitslag van deze test een dringende reden om de werknemer op staande voet te ontslaan?
In casu heeft de werknemer de uitslag van een eerste drugstest geweigerd te delen. De werknemer heeft als contra expertise een tweede drugstest ondergaan. De uitslag van deze drugstest heeft werknemer eveneens geweigerd te delen met de werkgever. Als gevolg hiervan is de werknemer geschorst. De werkgever heeft de werknemer nogmaals verzocht om een drugstest te ondergaan. De werknemer heeft dit echter geweigerd. Als reden van weigering geeft de werknemer aan dat de uitslag van de drugstest niets zegt over het al dan niet onder invloed zijn van drugs en/of de geschiktheid om de werkzaamheden uit te oefenen op het moment van de uitslag.
De kantonrechter vindt dat het standpunt van de werknemer onvoldoende rechtvaardigt dat het de werkgever geheel onmogelijk wordt gemaakt om te kunnen beoordelen of de werknemer onder invloed van drugs op het werk is verschenen. De vraag welk effect het betreffende drugsgebruik zou kunnen hebben op het functioneren, kan immers pas beantwoord worden, nadat de drugstest is afgenomen.
Voorts weegt het voor de kantonrechter zwaar dat er tot drie maal toe is geweigerd de uitslag van de drugstest te delen c.q. de drugstest af te nemen. Een eenmalige weigering zou een ontslag op staande voet niet rechtvaardigen, aldus de kantonrechter. Voorstaande maakt dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd is gegeven.
Terug naar overzicht