Beëindigen van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden
Een arbeidsovereenkomst kan eveneens worden beëindigd met wederzijds goedvinden. Vaak gebeurt dit door ondertekening van een “beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst”.
De werknemer hoeft bij een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden niet bang te zijn dat hij niet in aanmerking komt voor een WW-uitkering: in de regel is ontslag met wederzijds goedvinden WW-veilig.
Een uitzondering hierop is een situatie van arbeidsongeschiktheid. Het UWV WERKbedrijf ziet dit als een benadelingshandeling en zal aan de werknemer waarschijnlijk geen uitkering toekennen!
Bedenktijd beëindigingsovereenkomst
Na het ondertekenen van de beëindigingsovereenkomst geldt een bedenktijd van veertien dagen. De werknemer moet op deze bedenktijd worden gewezen. Indien dit niet gebeurt dan wordt de bedenktermijn van rechtswege verlengd naar drie weken. Een werknemer moet schriftelijk laten weten dat hij zich heeft bedacht en hoeft hierbij geen reden te noemen. De bedenktermijn geldt niet voor een bestuurder van een rechtspersoon.
U bent uw werknemer geen wettelijke transitievergoeding verschuldigd bij een beëindiging met wederzijds goedvinden.
Het ligt echter voor de hand aan te nemen dat de werknemer geen overeenkomst tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal sluiten als hem of haar geen vergoeding wordt aangeboden ter hoogte van de transitievergoeding, tenzij sprake is van verwijtbaarheid aan zijn zijde, of wellicht van een dringende reden.