In aanraking met Justitie. Einde arbeidsrelatie?
Niet iedere strafrechtelijke veroordeling is reden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, zeker niet op grond van een dringende reden. Per geval moet er gekeken worden of, mede gelet op de aard van de werkzaamheden, gelet op het delict, de veroordeling en de opgelegde straf, in alle redelijkheid van de werkgever kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst met de werkgever voort te zetten of dat de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden. In de meeste gevallen zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden door de kantonrechter in verband met het geschade vertrouwen. In het ambtenarenrecht loopt de procedure anders, namelijk via een strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim waartegen de ambtenaar allereerst bezwaar dient te maken voordat de zaak voorkomt bij de bestuursrechter. Voor de werknemer respectievelijk de ambtenaar is het van belang dat er niet wordt geoordeeld dat er sprake is van dringende reden dan wel van strafontslag. Anders loopt de toekenning van een WW- uitkering gevaar. Ook blijkt uit de rechtspraak dat een werknemer niet zonder meer informatie over de strafzaak kan achterhouden voor de werkgever.
Twee voorbeelden.
Op 6 augustus 2012 heeft de kantonrechter te Amsterdam (LJN:BX5076) geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst met een bankmedewerkster moest worden ontbonden, zonder enige vergoeding. De bankmedewerkster werd aangehouden wegens verdenking van betrokkenheid bij een hennepplantage in een woning, waarvan zij de eigendom nog met haar ex- partner deelde, maar waar zij niet meer woonde. De politierechter legde een taakstraf van 80 uur op. De bankmedewerkster ging in hoger beroep. De bank wilde niet meer verder met de medewerkster. De kantonrechter oordeelde dat de medewerkster onvoldoende informatie heeft verschaft aan de werkgever over de gang van zaken in het strafproces, over de door haar afgelegde verklaring en over de overige bewijsmiddelen die aan haar veroordeling en de opgelegde straf ten grondslag gelegd waren. De werkgever kon op deze manier geen zelfstandige gefundeerde afweging maken van de kansen van de werknemer in hoger beroep en/of de werkneemster gehandhaafd kon blijven in haar functie. Conclusie: komt een werknemer in aanraking met het strafrecht, dan kan de werknemer niet zonder meer verzoeken van de werkgever om informatie over de strafzaak naast zich neerleggen. Dit geldt eveneens in het ambtenarenrecht, zo als blijkt uit de volgende zaak.
Een ambtenaar was werkzaam bij gemeente Amsterdam en werd in voorlopige hechtenis gesteld wegens verdenking van betrokkenheid bij een moord. De ambtenaar werd door de strafrechter vrijgesproken. Toch volgde een strafontslag wegens ernstig plichtsverzuim. Op 18 januari 2012 heeft de bestuursrechter te Amsterdam (LJN:BV1254) geoordeeld dat de ambtenaar zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim, omdat hij naar het oordeel van de rechter zijn werkgever onvoldoende informatie had verstrekt over de strafzaak. Aan het gegeven dat de ambtenaar door de strafrechter op 6 mei 2010 was vrijgesproken hecht de voorzieningenrechter geen betekenis.