Ontslag op staande voet omdat werknemer poolauto gebruikt voor persoonlijke doeleinden
Na intern onderzoek kwam de werkgever erachter dat de werknemer in kwestie tot driemaal toe zijn poolauto heeft gebruikt zonder dat daarvoor een zakelijke aanleiding bestond. Werkgever heeft de werknemer vervolgens bij brief op staande voet ontslagen. De werknemer is het op zijn beurt niet eens met dit ontslag op staande voet en richt zich tot de kantonrechter met het verzoek het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen.
Werkgever voert aan dat het bedrijfsbeleid is dat een poolauto niet voor persoonlijke doeleinden mag worden gebruikt en dat de medewerker dit ongetwijfeld duidelijk moet zijn geweest en hij zich volledig bewust had moeten zijn dat zijn handelswijze niet is toegestaan, temeer nu werknemer keer op keer een schriftelijke verklaring ondertekende waarin stond dat de poolauto niet voor persoonlijke doeleinden was gebruikt. De werknemer voert op zijn beurt aan dat hij woon- werkverkeer niet als persoonlijk gebruik kwalificeert en dat hij dus niets verkeerd heeft gedaan.
De rechter gaat niet mee in het verweer van de werknemer. Met betrekking tot het woon-werkverkeer stelt de rechter dat de werknemer maandelijks een reiskostenvergoeding van € 145,-- van zijn werkgever ontving teneinde zijn eigen vervoer, het woon-werkverkeer, te bekostigen. Daarnaast oordeelt de rechter dat de werknemer wél 1338 kilometer heeft gereden met de poolauto zonder daarvoor brandstofkosten te betalen en dat hij zich hiermee heeft verrijkt ten koste van de werkgever.
De rechter vindt het handelen van de werknemer dermate ernstig dat van werkgever niet verlangd kan worden het dienstverband met werknemer te laten voortduren. Het gegeven ontslag op staande voet blijft dan ook in stand.
Wilt u de gehele uitspraak teruglezen?
Dat kan op: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2017:11759
Terug naar overzicht