Kantonrechter zet de ‘Asscher- escape’ in
De ‘Asscher – escape’ wordt ingezet wanneer een niet voldragen d-grond (disfunctioneren) leidt tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van de g-grond (verstoorde arbeidsrelatie).
In deze casus heeft de werkgever primair het verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens disfunctioneren (d-grond). De werkgever stelt dat de werknemer te veel fouten maakt waardoor andere werknemers geen werk meer bij de werknemer willen neerleggen. Subsidiair verzoekt de werkgever de arbeidsovereenkomst te beëindigen vanwege een verstoorde arbeidsrelatie (g-grond). De werknemer verweert zich tegen beide gronden en verzoekt om de ontbinding af te wijzen.
De kantonrechter oordeelt dat het functioneren van de werknemer te wensen overlaat. Echter vindt de kantonrechter dat de werknemer hier niet tijdig van op de hoogte is gebracht en er eveneens geen verbeterkans is gegund. Aan vereisten van de d-grond wordt niet voldaan. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst uiteindelijk vanwege de verstoorde arbeidsrelatie. Tijdens de zitting is voldoende komen vast te staan dat de verhouding vanwege het vermeende disfunctioneren is verstoord, dat die verstoring onherstelbaar is en herplaatsing niet meer mogelijk is.
Voorts wordt er nog door de kantonrechter geoordeeld over de vraag of er een billijke vergoeding moet worden toegekend. Een billijke vergoeding is alleen op zijn plaats indien de ontbinding van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Dit zal zich slechts voordoen in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld als de werkgever grovelijk de verplichtingen niet nakomt die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst en er als gevolg daarvan een verstoorde arbeidsrelatie ontstaat.
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever in deze situatie te kort heeft geschoten in haar verplichtingen zoals die in acht moeten worden genomen ten aanzien van een onvoldoende functionerende werknemer en kan hiervan een ernstig verwijt worden gemaakt. De kantonrechter schrijft hier in r.o. 5.10. het volgende over: ‘het ligt immers op de weg van de werkgever om zich ervan te vergewissen dat de werknemer, indien deze wordt aangesproken op – in de ogen van de werkgever – serieus en herhaald disfunctioneren, doordrongen is van de ernst van de situatie en het ligt voorts op de weg van de werkgever om daarbij tevens heldere afspraken te maken om te komen tot verbetering. Drukke werkzaamheden kunnen daarvoor nimmer een excuus zijn. Door dit na te laten en vervolgens aan te sturen op een ontslag wegens disfunctioneren, heeft werkgever het risico op een verstoorde arbeidsverhouding zelf in het leven geroepen.’ Derhalve wordt – naast de transitievergoeding ad. € 14.988,00 bruto - een billijke vergoeding ad. € 2.500,00 bruto toegewezen. De hoogte van de billijke vergoeding heeft de kantonrechter bepaald op dit bedrag, omdat er geen sprake is van het opzettelijk veronachtzamen van de verplichtingen door de werkgever. Dit is slechts het gevolg van onbekendheid dan wel onervarenheid met de (strenge) eisen die worden gesteld.
Terug naar overzicht