Onder de maat functioneren, maar toch afwijzing ontbindingsverzoek werkgever
Het functioneren van de werknemer vertoonde ernstige tekortkomingen, maar uit medische stukken bleek dat die tekortkomingen werden veroorzaakt door medische beperkingen van de werknemer. Deze zaak maakt duidelijk dat indien het slecht functioneren aantoonbaar wordt veroorzaakt door een medische beperking, een ontbindingsverzoek kan worden afgewezen.
De casus was als volgt. De werknemer is sinds 2003 in dienst als financieel directeur. De werknemer functioneert matig. In 2010 is een coachingstraject gestart. Nadat op 26 april 2012 bleek dat geen betalingen meer uitgevoerd konden worden wegens overschrijding van de kredietlimiet van € 35 miljoen, heeft een gesprek met de betreffende werknemer plaatsgevonden. Werknemer deelde mede dat hij sinds 2006 aan Parkinson lijdt. Op 27 april 2012 volgt een ziekmelding. De bedrijfsarts oordeelde dat volledige werkhervatting in eigen werk niet haalbaar is, maar dat er op termijn mogelijkheden zijn voor passend werk. De werkgever wil de arbeidsovereenkomst beëindigen en dient een ontbindingsverzoek in bij de kantonrechter te Zwolle.
De kantonrechter vindt de overschrijding van de kredietlimiet, waardoor geen betalingen meer konden worden verricht, een ernstige fout van de werknemer. De bedrijfsleiding wordt daardoor in verlegenheid gebracht omdat het naar buiten toe het imago van werkgever als een solvabel en solide bedrijf aantast. Dit betreft volgens de kantonrechter niet een eenmalige misser, maar moet geplaatst worden in een bredere context. Werknemer is namelijk eerder aangesproken op diverse tekortkomingen. Voldoende aannemelijk is volgens de kantonrechter dat werknemer al langer slecht functioneerde. Uit het rapport van de bedrijfsarts en een test naar de geschiktheid van werknemer voor zijn functie kan echter worden afgeleid dat de tekortkomingen van werknemer worden veroorzaakt door de ziekte van Parkinson. Om die reden dient hier aan het opzegverbod bij ziekte reflexwerking toe te komen, nu immers ontbinding wordt gevraagd vanwege die tekortkomingen.
Anders dan werkgever meent, is de weg van re-integratie nog niet afgesloten, omdat werknemer mogelijk kan re-integreren in passend werk. Nu gesteld wordt dat er geen passende functie binnen de onderneming beschikbaar is, zal werkgever moeten inzetten op re-integratie in het tweede spoor. Het ontbindingsverzoek van de werkgever wordt afgewezen.